De positie van werknemers bij een doorstart: een uitspraak is dichtbij!
Geplaatst op: 10 maart 2020
Afgelopen jaren is veel aandacht geweest voor de positie van werknemers bij een doorstart vanuit een faillissement. Op korte termijn zal de Hoge Raad over dit onderwerp wederom een belangrijke uitspraak doen. En wel binnen een casus die inmiddels alweer 6 jaar loopt…
Begin 2014 verkeerde garnalenleverancier Heiploeg in financieel zwaar weer. Via een pre-pack werd door een beoogd curator in stilte een doorstart voorbereid, waarna vrijwel direct na uitspraak van het faillissement de ondernemingsactiviteiten werden verkocht aan Parlevliet-Van der Plas. Zo’n 210 werknemers van Heiploeg konden, weliswaar met minder gunstige (secundaire) arbeidsvoorwaarden, blijven werken voor de nieuwe eigenaar. Voor de overige 90 werknemers zag het er minder rooskleurig uit: zij verloren hun baan. FNV en CNV zijn een procedure gestart omdat zij vinden dat bij de doorstart de belangen van de werknemers niet zijn gerespecteerd. De rechtbank en het hof hebben de vorderingen van de vakbonden afgewezen.
Op basis van Europese regelgeving worden de rechten van werknemers die bij een overname betrokken zijn beschermd. Zo geldt er een ontslagverbod wegens overgang van onderneming en gaan de arbeidsovereenkomsten van rechtswege over op de verkrijger. Dit betekent dat alle werknemers hun rechten behouden en in dienst van de koper komen.
Werknemers worden niet beschermd als er sprake is van 1) een faillissementsprocedure 2) die gericht is op liquidatie en 3) onder toezicht staat van een bevoegde overheidsinstantie. Eerder zijn we ingegaan op de FNV/Smallsteps-uitspraak waarin het Hof van Justitie een aantal belangrijke overwegingen heeft gedaan over deze voorwaarden en de pre-pack.
Voor de Heiploeg casus is met name de tweede en derde voorwaarde belangrijk. De rechtbank en het hof hebben geoordeeld dat het doel van de faillissementsprocedure was gericht op de liquidatie van het vermogen van Heiploeg. Door een verkoop ‘going concern’ werd namelijk een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de crediteuren nagestreefd. De vakbonden vinden dat deze conclusie te snel genomen is, omdat onvoldoende zou zijn onderzocht of de pre-pack als doel had om de onderneming voort te zetten.
Daarnaast zijn de beoogd curator en beoogd rechter-commissaris wel aangesteld door de rechtbank, maar formeel gezien hebben zij geen enkele bevoegdheid. De vakbonden zijn van mening dat het niet uitmaakt dat de overeenkomst na uitspreken van het faillissement gesloten is, want er moet over de gehele tussenliggende periode toezicht gehouden worden.
De Advocaat-Generaal heeft in zijn conclusie van 1 november 2019 de klachten van de vakbonden gegrond verklaard en de Hoge Raad geadviseerd om het arrest te vernietigen. Op 16 april 2020 zal de Hoge Raad uitspraak doen en zal duidelijk worden of de Hoge Raad de conclusie volgt. Een belangrijke uitspraak aangaande dit onderwerp…
Het is niet waarschijnlijk dat na de uitspraak van de Hoge Raad alle vragen zijn beantwoord. De positie van werknemers bij een doorstart blijft daarmee een actueel onderwerp.
Annotatie april 2022: inmiddels heeft het Europese Hof van Justitie op 28 april 2022 een uitspraak gedaan waardoor de pre-pack praktijk mogelijk tóch weer een nieuw leven wordt ingeblazen. Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Wil je meer weten? Ik help je graag.