Dwangakkoord buiten faillissement
Geplaatst op: 14 juli 2016
Als een schuldenaar buiten faillissement een akkoord aanbiedt aan de schuldeisers dan wordt dat een buitengerechtelijk akkoord genoemd. Daarvoor is dan nodig dat alle schuldeisers met het akkoord instemmen. Schuldeisers die hun instemming weigeren zijn niet gebonden en behouden hun volledige vordering. Weigering van een schuldeiser om in te stemmen met het buitengerechtelijk akkoord kan echter in bijzondere omstandigheden onrechtmatig zijn.
De Hoge Raad heeft eerder uitgemaakt dat bij toewijzing van een vordering tot medewerking aan een buitengerechtelijk akkoord terughoudendheid geboden is en dat slechts onder zeer bijzondere omstandigheden plaats kan zijn voor een bevel aan een schuldeiser om aan de uitvoering van een hem onwelgevallig buitengerechtelijk akkoord mee te werken.
Aldus staat het de schuldeiser in beginsel vrij om het akkoord te weigeren. Dit is slechts anders indien geoordeeld moet worden dat de uitoefening van deze bevoegdheid wordt misbruikt en de schuldeiser naar redelijkheid aanvaarding van het akkoord niet had mogen weigeren.
In het kader van het programma Herijking Faillissementswet is de wetgever voornemens om in de “Wet continuïteit ondernemingen II” een gerechtelijk dwangakkoord buiten faillissement te introduceren. Deze wet behelst daarmee een wijziging van de Faillissementswet.
Wanneer deze wetgeving van kracht wordt, kan een door de meerderheid van schuldeisers en/of aandeelhouders aanvaarde herstructurering worden gerealiseerd. Unanimiteit is dan niet meer vereist. Een gewone meerderheid van de tot een klasse behorende en aan de stemming deelnemende schuldeisers en/of aandeelhouders die gezamenlijk ten minste twee derde van het geheel aan vorderingen dan wel twee derde van het geplaatste kapitaal in die klasse vertegenwoordigt, is voldoende. Daarnaast biedt de wet de mogelijkheid een akkoord dat niet wordt ondersteund door de meerderheid van schuldeisers en/of aandeelhouders alsnog algemeen verbindend te verklaren, namelijk als de tegen het akkoord stemmende klasse van vermogensverschaffers niet in redelijkheid tot dat stemgedrag heeft kunnen komen. Voor financiers wier vordering of aandelenbelang als gevolg van het akkoord wordt gewijzigd, geldt in dat geval als waarborg dat zij op grond van het akkoord in ieder geval een bedrag ontvangen dat zij naar verwachting na vereffening van de boedel in faillissement ook zouden (hebben) ontvangen.
Met deze wetgeving wordt beoogd zoveel mogelijk onnodige faillissementen te voorkomen. Ondernemers met (dreigende) betalingsproblemen worden gestimuleerd die problemen in een vroeg stadium onder ogen te zien en daarmee aan de slag te gaan.
Het is het streven van de Minister van Veiligheid en Justitie om het wetsvoorstel dit najaar voor advies toe te zenden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van onze specilaisten op het gebied van faillissementsrecht.