Jouw klant in betalingsproblemen

Als gevolg van de economische crisis komt het steeds vaker voor dat klanten niet of niet tijdig hun openstaande facturen voldoen. In de meest vergaande situatie wordt jouw klant zelfs in staat van faillissement verklaard.

Welke voorbereidingen kun je treffen om ervoor te zorgen dat je de meeste kans hebt om je vordering voldaan te krijgen? Om je enigszins wegwijs te maken in de mogelijkheden die hiervoor bestaan, wordt hierna ingegaan op enkele rechten om de zekerheid op betaling te vergroten. Aan de orde komen het eigendomsvoorbehoud en het vestigen van een pandrecht, maar ook andere mogelijkheden om de zekerheidspositie te versterken.

Eigendomsvoorbehoud

Bijna alle ondernemers maken gebruik van algemene voorwaarden. Hierin worden allerlei zaken geregeld, waaronder beperking van aansprakelijkheid en het recht dat toepasselijk is op de rechtsverhouding. Wat je echter ook in algemene voorwaarden kunt regelen, zijn zekerheden om vordering(en) voldaan te krijgen, zoals een eigendomsvoorbehoud.

De eigendom van goederen is het sterkste recht dat iemand daarop kan hebben. Als je bepaalde goederen verkoopt en levert, dan gaat de eigendom hiervan in principe direct bij het afleveren over op de debiteur. Dit betekent dat de schuldeiser nog wel een vordering overhoudt op de debiteur, maar de debiteur al wel eigenaar is geworden.

Wat is een eigendomsvoorbehoud?
Het eigendomsvoorbehoud houdt in dat jij de eigendom van door jou geleverde goederen voorbehoudt totdat de debiteur aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan: in dat geval gaat de eigendom van de geleverde goederen dus niet gelijktijdig met de levering mee over op de debiteur.

Een sluitend eigendomsvoorbehoud begint met de juiste formulering van de betreffende bepaling. Deze bepaling kan worden opgenomen in algemene voorwaarden, maar kan uiteraard ook in een andere (schriftelijke) overeenkomst tussen de partijen worden vastgelegd. Bij een onjuiste formulering van het eigendomsvoorbehoud loop je het risico dat de eigendom desondanks is overgegaan op de debiteur en daarmee jouw eigendomsrecht verloren is gegaan.

Voor het meest uitgebreide eigendomsvoorbehoud is het van belang dat deze zich niet beperkt tot betaling van de factuur waarop een levering betrekking heeft, maar dat deze zich ook uitstrekt tot alle vorderingen die de schuldeiser heeft of kan hebben op de debiteur. Concreet betekent dit dat de eigendom in dat geval pas overgaat wanneer de debiteur al haar vorderingen aan jou als schuldeiser heeft voldaan. Daarnaast is het noodzakelijk dat de goederen te identificeren zijn als door jou geleverd.

Wat kun je bereiken met een eigendomsvoorbehoud?
Als jouw facturen niet worden voldaan en daarnaast het eigendomsvoorbehoud goed is overeengekomen én geformuleerd, dan kun je de geleverde goederen terugnemen van de debiteur. Hierdoor kun je jouw schade (aanzienlijk) beperken omdat (een deel van) de factuur vervolgens kan worden gecrediteerd.

Pandrecht

In de gevallen waarin je geen zaken levert of de geleverde zaken (bijvoorbeeld) direct worden gebruikt of verbruikt in een productieproces, heeft een bedongen eigendomsvoorbehoud minder effect. Om toch enige zekerheid te krijgen voor de betaling van de door jou verrichte werkzaamheden of geleverde zaken kan je overeenkomen dat jouw debiteur een pandrecht vestigt op (een deel van) zijn vermogen.

Wat is een pandrecht?
Een pandrecht is een zekerheidsrecht op roerende zaken of vermogensrechten van een debiteur en wordt gevestigd ten gunste van een schuldeiser. In de meeste gevallen wordt een algemeen pandrecht verstrekt aan de schuldeiser die een financiering aan een onderneming verstrekt, bijvoorbeeld een bank. Een pandrecht kan echter ook worden gevestigd ten behoeve van iedere andere schuldeiser. Het is een effectief middel om zekerheid te krijgen voor de betaling van jouw vordering(en).

Voor de vestiging van het pandrecht is het noodzakelijk dat een overeenkomst wordt gesloten tussen de debiteur en de schuldeiser. In deze overeenkomst (de pandakte) worden afspraken gemaakt over de omvang van het pandrecht. In de pandakte moet duidelijk staan vermeld op grond waarvan de schuldeiser een vordering heeft op de debiteur. Daarnaast moet worden aangegeven op welke zaken en/of vermogensrechten van de debiteur het pandrecht wordt gevestigd.

Om onderhands rechtsgeldig een pandrecht te vestigen is het noodzakelijk dat de pandakte (dat wil zeggen: de overeenkomst waarin het pandrecht is opgenomen) wordt geregistreerd bij de Belastingdienst. Een pandrecht kan ook worden gevestigd door middel van een notariële akte.

De debiteur en de schuldeiser kunnen kiezen voor een algemeen pandrecht op alle goederen van de debiteur. In specifieke gevallen kan er ook voor worden gekozen om uitsluitend een pandrecht te vestigen op specifieke roerende zaken of vermogensrechten, bijvoorbeeld in het kader van een project waarbij beide partijen betrokken zijn.

Het is slechts in beperkte mate mogelijk om ook goederen die de schuldenaar in de toekomst zal verwerven te verpanden. In dat geval is het noodzakelijk om regelmatig zogenaamde vervolgpandakten te laten registreren.

Wat kun je bereiken met een pandrecht?
Met een pandrecht verkrijgt de schuldeiser het recht om de goederen waarop dit pandrecht is gevestigd, te verkopen en de opbrengst te gebruiken om de schuld in te lossen als de debiteur niet aan haar verplichtingen voldoet. Deze verkoop kan plaatsvinden zonder medewerking van de debiteur en is dus een effectief middel om jouw vordering voldaan te krijgen, zonder dat de factuur hoeft te worden afgeboekt.

Als de goederen van een schuldenaar aan meerdere partijen zijn verpand, dan heeft de houder van het oudste pandrecht het recht om als eerste zijn vordering uit de opbrengst voldaan te krijgen. Als daarna nog sprake is van enige overwaarde dan wordt hieruit de tweede pandhouder voldaan.

Het voordeel van een pandrecht is dat er in principe geen gerechtelijke procedure hoeft te worden gestart om de goederen waarop het pandrecht rust, te gelde te kunnen maken. Hierdoor kan de schuldeiser dus de nodige kosten besparen: als er geen pandrecht is gevestigd, dan moet de schuldeiser immers eerst naar de rechter om op de goederen beslag te mogen leggen en vervolgens een gerechtelijk vonnis te halen. Bovendien wordt een pandrecht niet geraakt door een faillissement van de debiteur, waardoor je als pandhouder jouw pandrecht alsnog kan executeren.

Andere mogelijkheden

Naast het voorbehouden van jouw eigendom of het vestigen van een pandrecht zijn er nog andere mogelijkheden om een zekerheidspositie te versterken. Het is bijvoorbeeld mogelijk om te kiezen voor huurkoop of lease als de koopprijs van een bepaalde zaak niet ineens maar in termijnen wordt voldaan. In dat geval wordt de eigendom ook voorbehouden, maar wordt wel periodiek een betaling ontvangen.

De keuze voor één van deze varianten is afhankelijk van de soort zaken die je levert en welke betalingstermijnen je hanteert.

Het voorrecht van de Belastingdienst

Bij alle hiervoor besproken varianten dient wel rekening te worden gehouden met het sterke voorrecht van de Belastingdienst. Ondanks dat een schuldeiser zijn zekerheidsrechten goed regelt, gaat nog steeds in sommige gevallen de Belastingdienst vóór de schuldeiser.

De Belastingdienst heeft namelijk een algemeen voorrecht op de opbrengst van alle zaken van een belastingplichtige. Dit voorrecht moet altijd worden gerespecteerd en kan tot gevolg hebben dat de schuldeiser achter het net vist. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bedrijfsmiddelen die op de bodem van de debiteur/belastingplichtige staan (de zogenaamde ‘bodemzaken’). Deze zaken mogen ondanks een op de juiste wijze gevestigd pandrecht niet zonder meer worden verkocht door de schuldeiser.

Afhankelijk van de feitelijke situatie kunnen bepaalde zekerheidsrechten wel worden uitgeoefend ondanks de rechten van de Belastingdienst. In dat geval is het echter noodzakelijk dat de zekerheidsrechten op de juiste wijze zijn geformuleerd én conform de uitzonderingsregels van de Belastingdienst zijn opgesteld.

Wat werkt voor jou?

Er zijn dus diverse mogelijkheden voor schuldeisers om zekerheid te krijgen voor de betaling van vorderingen op debiteuren. De effectiviteit van de gevestigde zekerheden is echter in hoge mate afhankelijk van de wijze waarop het zekerheidsrecht wordt gevestigd en geformuleerd in de rechtsverhouding tussen partijen. Een onjuiste formulering kan tot gevolg hebben dat het zekerheidsrecht slechts in beperkte mate werking heeft of – in het meest vergaande geval – in het geheel niet geldig is.

Welk zekerheidsrecht voor jou als schuldeiser het meest effectief is, hangt af van de rechtsverhouding met jouw debiteur en de aard van de overeenkomst. Onze insolventie specialisten helpen je hierbij graag en kunnen je adviseren over de mogelijkheden om meer zekerheid te verkrijgen voor de voldoening van jouw vorderingen.