Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet

Met de term nadeelcompensatie wordt verwezen naar het vergoeden van schade die rechtmatig door de overheid wordt veroorzaakt. Het gaat om gevallen waarin er sprake is van rechtmatig handelen, maar waar de wetgever het toch noodzakelijk vond een mogelijkheid tot compensatie in het leven te roepen. Het gaat dan om schade boven met het normale maatschappelijke risico en het bedrijfsrisico die iemand onevenredig treft.

Voorbeeldsituatie nadeelcompensatie

Denk bijvoorbeeld aan de schade die iemand leidt omdat een (nieuw) omgevingsplan mogelijkheden biedt voor industrie naast zijn woning of het opleggen van een geluidsbeperkende maatregel. Voor de schadeoorzaken binnen het omgevingsrecht wordt steevast gesproken over ‘planschade’. Het nieuwe stelsel komt in de plaats van het stelsel uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en bevat een aantal inhoudelijke wijzigingen. In het vervolg zullen de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel worden behandeld.

Omgevingswet

De algemene regeling over nadeelcompensatie staat nu in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 15.1 van de Omgevingswet bevat een bijzondere regeling die geldt ter aanvulling op de regels uit de Awb. Voor het omgevingsrecht geldt een beperking in schadeoorzaken. Deze staan limitatief opgesomd in artikel 15.1 van de Omgevingswet. Alleen in de gevallen die daar staan genoemd, bestaat de mogelijkheid om aanspraak te maken op nadeelcompensatie. Artikel 15.1  van de Omgevingswet kent wel een uitbreiding van schadeoorzaken. Vanwege de integrale benadering van de Omgevingswet vallen ook oorzaken op het gebied van bijvoorbeeld water en milieu onder de werking van de nadeelcompensatie. Let erop dat het gaat om een compensatie. Bij nadeelcompensatie wordt niet de gehele schade vergoed.

Directe en indirecte schade

Op het gebied van planschade wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte schade. Bij directe schade gaat het over schade die wordt veroorzaakt door het wijzigen van bestaande rechten, zoals het niet langer toestaan van horeca of het opleggen van geluidsvoorschriften. Indirecte schade wordt veroorzaakt door activiteiten in de nabije omgeving. Het gaat vaak om de invoering van regels die ruimte bieden aan ontwikkelingen die eerst niet mogelijk waren. Denk aan het omgevingsplan dat zware industrie of een hoge flat mogelijk maakt op het naastgelegen perceel.

Verschuiving schademoment

Onder het oude stelsel werden de mogelijkheden in het oude plan vergeleken met de mogelijkheden op grond van het nieuwe plan om te bepalen of er sprake was van schade. Dit werd ook wel omschreven als een planologische of abstracte vergelijking. Dat verandert onder de Omgevingswet. Als op grond van het omgevingsplan of bijvoorbeeld een omgevings- of waterschapsverordening voor een activiteit een omgevingsvergunning is vereist, dan geldt dat besluit tot verlening, wijziging of intrekking van deze vergunning als exclusief schadeveroorzakend besluit.

Voor vergunningvrije gevallen geldt dat een aanvraag pas kan worden ingediend op het moment dat aan het bevoegd gezag informatie is verstrekt over het verrichten (bij meldingsplicht) óf wanneer daadwerkelijk met de activiteit is begonnen.

Zowel bij vergunningplichtige als vergunningvrije gevallen gaat het dus om een vergelijking met de feitelijke situatie. Dit is de belangrijkste wijziging in het stelsel voor nadeelcompensatie die de Omgevingswet bewerkstelligd. Het doel van deze verandering is om de omvang van de schade zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de veranderingen die daadwerkelijk plaatsvinden in de fysieke leefomgeving. De wetgever vond het namelijk niet langer wenselijk om (hoge) vergoeding uit te keren wanneer ontwikkelingen die in een plan mogelijk werden gemaakt in de praktijk niet werden uitgevoerd. Pas wanneer een besluit wordt genomen of met de activiteit wordt begonnen, ontstaat een aanspraak op compensatie.

Risicoaanvaarding

Er bestaat geen aanspraak op schadevergoeding als de benadeelde het risico op schade heeft aanvaard. In artikel 15.5 staan criteria over actieve risicoaanvaarding. Omdat onder het nieuwe stelsel de schade pas intreedt bij het moment dat een besluit over de vergunning wordt genomen, heeft een koper het risico niet reeds actief aanvaard als hij aankoopt na vaststelling van het nieuwe omgevingsplan. Dat was onder het oude stelsel wel het geval. Ook na de aankoop van een koopwoning kun je mogelijk nog aanspraak maken op nadeelcompensatie. De regels over passieve risicoaanvaarding staan in artikel 15.6. Samengevat zijn deze regels van toepassing als iemand de mogelijkheden die het omgevingsplan biedt gedurende lange tijd onbenut laat.

Normaal maatschappelijk risico

Naast de actieve en passieve risicoaanvaarding bestaat er ook nog het normaal maatschappelijk risico. Dit risico brengt de gedachte ten uitvoering dat burgers nu eenmaal niet mogen verwachten dat maatregelen van de overheid nooit negatief voor hen uitpakken. Alleen dat deel van de schade die uitstijgt boven het normaal maatschappelijk risico én die de benadeelde onevenredig treft ten opzichte van anderen komt voor compensatie in aanmerking.

Nieuw is dat dit normaal maatschappelijk risico volgens een vast forfait wordt bepaald. Onder het nieuwe stelsel wordt een vast percentage van 4% van de waarde die de onroerende zaak had voor de nadelige ontwikkeling aangemerkt als het normaal maatschappelijk risico. Wat dit in ieder geval betekent, is dat gemeenten in planschadeprocedures minder kosten hoeven te maken voor het vaststellen van dit risico. Onder het oude stelsel werd het normaal maatschappelijk risico vastgesteld op basis van de omstandigheden van het geval.

In deze blog zijn de hoofdlijnen voor nadeelcompensatie en de nieuwe ontwikkelingen onder de Omgevingswet besproken. Doen er zich bij jou in de buurt ruimtelijke ontwikkelingen voor die mogelijk nadelig voor jou kunnen uitpakken? Of heb je andere vragen over de Omgevingswet? Onze bestuurs- en omgevingsrecht-specialisten staan voor je klaar om ze te beantwoorden.