Hoge Raad verandert aanpak polisvoorwaarden
Geplaatst op: 2 april 2024
Een recente uitspraak van de Hoge Raad op 16 februari 2024 leidt tot een nieuwe aanpak als verzekeraars zich willen beroepen op uitsluitingsbedingen en garantieclausules in polisvoorwaarden. Deze verandering introduceert een beoordeling op basis van verschillende gezichtspunten als het oorzakelijk verband tussen schending van een polisbeding en de schade ter discussie staat. Dit artikel bespreekt de implicaties van deze verandering en hoe dit van invloed kan zijn op verzekerden en verzekeraars.
Soorten bedingen in verzekeringsovereenkomsten
In verzekeringsovereenkomsten worden doorgaans twee soorten bedingen onderscheiden: kernbedingen en preventieve garantieclausules. We lichten beide graag toe om het verschil duidelijk te maken.
Kernbedingen
Wij hebben allemaal, vaak zelfs meerdere, verzekeringen. Deze verzekeringsovereenkomsten bevatten een aantal (polis)voorwaarden. Sommige van die bepalingen (bedingen/clausules) maken duidelijk waar de grenzen liggen van wat de verzekeringsmaatschappij heeft willen verzekeren; dat wordt wel een ‘kernbeding’ genoemd. Een voorbeeld daarvan is het beding dat je autoverzekering geen dekking voor schade aan de auto geeft, als je daarmee op een circuit rijdt en meedoet aan een wedstrijd. Of het beding dat je geen dekking krijgt onder je autoverzekering voor schade als de bestuurder geen rijbewijs heeft. Maar ook de bepaling dat er geen dekking wordt verleend, als de premie niet tijdig is betaald, is een kernbeding.
Preventieve garantieclausules
Daarnaast zie je clausules waarin het antwoord op de vraag of je dekking gaat krijgen voor schade die je lijdt, afhankelijk is van jouw naleving van bepaalde (risicobeperkende) verplichtingen. Ook hier een voorbeeld: de brandverzekering van je bedrijfsgebouw bepaalt dat er bepaalde brandwerende voorzieningen aanwezig moeten zijn. Je moet bijvoorbeeld brandwerende afvalbakken in je pand hebben en gebruiken. Heb jij die niet, dan bepaalt de clausule dat de dekking vervalt.
Je voelt waarschijnlijk nu al aan dat het op de juiste manier kwalificeren van een beding als kernbeding of preventieve garantieclausule voer voor discussie kan opleveren, omdat het best dicht tegen elkaar aan ligt. We zien daarnaast ook in de rechtspraak dat er veel over geprocedeerd werd en de uitspraken van rechters ook niet altijd even makkelijk met elkaar in één lijn te brengen waren.
Belang van onderscheid tussen bedingen
Maar waarom is het eigenlijk nodig om dit soort clausules van het juiste etiket (kernbeding/preventieve garantieclausule) te voorzien? Dat komt omdat de Hoge Raad heeft bepaald (in een uitspraak uit 2000) dat verzekeraars niet altijd zonder meer een beroep mogen doen op de preventieve garantieclausules. Als er onvoldoende oorzakelijk verband bestond tussen het niet-naleven van de verplichting die in die clausule omschreven stond en de schade, dan kon het zijn dat de rechter oordeelde dat een beroep van de verzekeringsmaatschappij op die clausule (naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid) onaanvaardbaar was. Terug naar het voorbeeld: je hebt schade doordat je pand is afgebrand en jij moest eigenlijk vuilnisbakken met brandwerende deksels in je pand hebben, maar je had die niet. Echter, de brand is ontstaan door blikseminslag, dus door iets dat helemaal niet in relatie staat met de verplichtingen die jij niet naleefde.
In een dergelijk geval kan de rechter de verzekeringsmaatschappij een beroep op het niet-nageleefde beding ontzeggen en dan moet er toch een schade-uitkering aan jou plaatsvinden.
Bij kernbedingen gaat dit niet op, heeft de Hoge Raad in 2006 bepaald. Of de schade-oorzaak nu wel of niet in oorzakelijk verband staat met het feit dat de bestuurder geen rijbewijs heeft (er valt bijvoorbeeld een boom op de auto tijdens het rijden), maakt in beginsel niet uit. De verzekeraar hoeft niet uit te keren. Hier staat voorop dat de verzekeraar helemaal vrij is in het bepalen van wat hij wel en wat hij niet wenst te verzekeren.
In procedures ging het dus, in zaken waarin het oorzakelijk verband tussen de schade en een beding ter discussie stond, altijd eerst over de juiste kwalificatie van het beding, om daarna te kunnen beoordelen of een verzekeraar zich op het beding (dat de dekking uitsloot of verval van dekking bepaalde) kon beroepen om daarmee geen uitkering te hoeven doen.
Recente uitspraak van de Hoge Raad
Sinds medio februari 2024 gaat het anders dan hierboven beschreven. De Hoge Raad geeft zich er rekenschap van dat het maken van onderscheid tussen dit soort bepalingen niet altijd even makkelijk is.
Gezichtspuntenbenadering
Vanaf nu moeten de beoordeling van dit soort gevallen anders aangevlogen worden. In plaats van eerst het juiste etiket op de polisvoorwaarde te plakken om daarna te kunnen beoordelen of een beroep door een verzekeraar op een polisvoorwaarde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat causaal verband ontbreekt, moet bij elke voorwaarde waarop de verzekeraar een beroep wil doen, aan de hand van gezichtspunten bekeken worden of een dergelijk beroep kan slagen.
De Hoge Raad noemt in dat kader de volgende drie gezichtspunten:
- in hoeverre begrenst het beding het te verzekeren risico in algemene zin, bijvoorbeeld in temporele of geografische zin of door middel van een dekkingslimiet?;
- in hoeverre strekt het beding ertoe dat de verzekerde maatregelen treft om de kans op schade te verkleinen of, indien schade optreedt, de omvang daarvan te beperken?;
- in hoeverre ziet het beding op andere belangen dan het verkleinen van de kans op door de verzekerde te lijden schade of van de omvang daarvan, zoals het voorkomen van bewijsproblemen of debat ten aanzien van de vraag in hoeverre het oorzakelijk verband ontbreekt?
Deze gezichtspunten zijn waarschijnlijk ook niet uitputtend; ook kunnen algemene uitgangspunten en kaders van uitleg van contractenrecht meespelen. In hoeverre was voor de verzekeringsnemer duidelijk wat de bedoeling van de verzekeraar was? In hoeverre heeft de verzekeringnemer min of meer bewust bepaalde polisvoorwaarden niet nageleefd?
De antwoorden op deze gezichtspunten en vragen worden gezamenlijk betrokken bij de overwegingen of de verzekeraar dekking mag weigeren omdat causaal verband tussen de schade en het beding waarop men zich wil beroepen ontbreekt, of dat een dergelijk beroep naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In dat laatste geval moet er uitgekeerd worden.
Onze verzekeringsrechtsadvocaat kan je helpen
Voor de aanpak van dit soort vraagstukken is door de Hoge Raad met deze uitspraak dus een nieuw systeem geïntroduceerd. Voor juristen en advocaten even wennen en voor jou als rechtszoekende zeker ook als je ermee geconfronteerd wordt. Heb je hierover vragen of loop je tegen een afwijzing van een verzekeraar aan? Neem contact op met onze verzekerings advocaat!